Extreme gasthuis makeover: waarvoor werd het gebouw gebruikt vanaf 1844?
location: Gasthuis Leeuwenbergh
Wat verbergen deze mannen onder hun hoed...
Wat verbergen deze mannen onder hun hoed...
Daar staan ze, op de trap van het Leeuwenbergh. Het bestuur van de Utrechtse Hogeschool vraagt aan het stadsbestuur om Leeuwenbergh te mogen bestemmen tot scheikundig laboratorium in 1844. Er zijn ingrijpende verbouwingen nodig om van de toenmalige kazerne een modern scheikundig laboratorium te maken – een extreme make-over.
Het interieur van één van de scheikundelokalen
Het interieur van één van de scheikundelokalen
Bij de opening van het nieuwe laboratorium op 22 september 1845 spreekt Mulder de gloedvolle woorden: 'Gij hebt tot voorwaarde gesteld: er moest niets aan ontbreken; daaraan verklaar ik, dat voldaan is; ik herhaal het duidelijk: er ontbreekt niets aan de inrigting, of het is mijn onwetendheid, die er de oorzaak van is'. Het scheikundig laboratorium behoort meteen tot een van de grootste en modernste onderwijslaboratoria van Europa. Omstreeks 1870 zijn zeven van de acht hoogleraren scheikunde in Nederland, op Leiden na, leerlingen van Mulder. Dit laboratorium speelt daarmee een cruciale rol in de bloei van de Nederlandse scheikunde.
Het lab in 1870-1880
Het lab in 1870-1880
Toen nog met een groene voortuin en dames in grote jurken voor het hek. Was dat beter?
Weer iets nieuws...
Weer iets nieuws...
Professor Rudolf Magnus (een farmacoloog) bleef tot zijn dood in 1927 in het Leeuwenbergh werken. Het Leeuwenbergh was toen zo vervallen en slecht onderhouden dat de universiteit besloot een nieuw laboratorium te bouwen. In 1930 werd Leeuwenbergh met hulp van de bekende architect G.W. van Heukelom ingericht tot een kerk voor de Nederlandsche Protestantenbond en Vrijzinnig Hervormden.