In een tijd zonder vaccins en antibiotica, slechte leefomstandigheden en slechte voeding verergeren de impact van bacteriën, virussen en infectieziekten. Rond 1800 stelt een Amsterdamse arts vast: 'de grootste slagting onder het tedere kroost wordt echter door de voeding aangerigt.' Aan het eind van de eeuw begint kindersterfte af te nemen.

Waarom zou je een kind naar een ziekenhuis brengen in een tijd dat aderlaten een gangbare behandeling vormt en de mazelen een levensgevaarlijke infectie is? Toch openen in 1802 Franse artsen in Parijs het eerste exclusieve kinderziekenhuis. Het Utrechtse kinderziekenhuis start in 1888 met acht bedden, dankzij giften van burgers. Al is het makkelijk voor ons te zeggen dat dokters nog niet zo veel presteerden eind 19de eeuw, een opvanghuis voor zieke, arme kinderen garandeerde destijds ook een degelijke opvoeding en bestreed 'pauperisme'.

Ze had waarschijnlijk een longontsteking. In totaal verzorgde het WKZ in 1888 negen patiënten gedurende een paar maanden. De eerste kinderarts van Nederland, S. K. Hulshoff, was de eerste geneesheerdirecteur van het Utrechtse kinderziekenhuis. Kinderarts betekende toen dat hij als huisarts voor kinderen optrad. Pas eind jaren dertig van de 20ste eeuw zijn kinderartsen echte specialisten die alleen kinderen behandelen.