Het onderduikverhaal van Bart Koot
location: Sint-Gertrudiskerk
"We hebben een toffe schuilplaats"
"We hebben een toffe schuilplaats"
In 1945 Bart Koot duikt onder, hij is dan 18 jaar oud. Hij weigert naar Duitsland te gaan en zich te onderwerpen aan dwangarbeid. Hij duikt onder in zijn ouderlijk huis aan de Merwedekade, daar zit hij op zolder. Daar spendeert hij zijn tijd met luisteren naar de radio en het bijhouden van nieuws over de opmars van de geallieerden en het nieuws over de voedselbonnen, het is in die tijd tenslotte Hongerwinter. Als Bart onderduikt begint hij met zijn dagboek, hij schrijft: “De zaak is nu zo: Mijn vriend komt bij ons inwonen, want we hebben een toffe schuilplaats die ik nu niet kan beschrijven, misschien later.” Die onderduikplaats is de verstopte zolder, die bereikt kan worden door een geheime deur achter een kast op de overloop. De vriend in kwestie is Herm Linssen. Bart tekent ook in zijn dagboek, hij maakt allerlei tekeningetjes over de situatie in de stad, met name over de zoektocht naar voedsel. Ook schrijft hij zijn eigen, vaak droge commentaar, bij ontwikkelingen. Over de voedselschaarste schrijft hij: "Dat muizen ook te lijden hebben van de Duitse hongerblokkade blijkt wel uit het feit dat er bij ons en ook bij anderen ontelbare muizen ronddolen die al wat eetbaar is wegkapen (…) Dat ook in ’t muizenrijk de nood hoog is kun je merken, want ze snoepen zelfs van zout en koffiesurrogaat.”
"Het was machtig mooi"
"Het was machtig mooi"
“In minder dan geen tijd stond ik beneden aan ’t kanaal en ja hoor, daar kwamen ze: 6 zware Lancaster bommenwerpers zeldzaam laag overvliegend. Het Merwedekanaal zag zwart van de mensen die juichten en schreeuwden en met allerlei zwaaiden. Ze waren gewoon dol van vreugde. Het was machtig mooi.”
Het is Barts beschrijving van een voedseldropping van de geallieerden op 2 mei 1945, kort daarna is heel Nederland bevrijd.
Hoe gaat het verder met Bart? Na de oorlog trouwt hij met An van Deventer, een meisje dat ook naar de Sint-Gertrudiskerk gaat. Ze krijgen samen zes kinderen, vijf meisjes en één jongen. In 2009 overlijdt Bart, na een lang en gelukkig leven. Dan pas wordt zijn dagboek ontdekt door zijn kinderen, hij heeft er nooit iemand iets over verteld. Barts oudste dochter, journalist Christa van Hees, heeft het dagboek een tijdje uitgeleend aan Het Utrechts Archief, zo kennen wij nu zijn verhaal. Het hele dagboek met alle tekeningen staat op de website van Het Utrechts Archief en kan door iedereen gelezen worden.