Het Draaien Van De Tijd
"Het Draaien van de Tijd" door Rom Molemaker

Een fragment uit het verhaal "Het Draaien van de Tijd" door Rom Molemaker uit het boek "De Spoken van het Stadhuis, en andere Utrechtse verhalen".
Alles om hem heen is anders. Hij hoort heel andere geluiden. Voorzichtig opent hij zijn ogen en kijkt hij om zich heen in het daglicht.
Hij is gek geworden. Dat kan niet anders.
Dáár, beneden hem, lopen mannen in gekleurde hemden en met korte broeken op een groot grasveld met witte lijnen erop. Wat is dit? En aan alle kanten om hem heen zitten Massa’s mensen, op hoge hellingen en in rijen. Ze dragen vreemde kleren! Ghevart raakt in paniek, en tegelijk heeft hij het gekke gevoel dat deze plek hem bekend voorkomt.
Er rolt een bal over het grasveld. Iemand schopt ertegen. De mannen rennen erachteraan.
Iemand vlakbij roept: ‘Kom op, Utrecht! Het kan nog!’
Het kan nog? Wát kan nog?
Dan klinkt een hard, snerpend geluid.
‘Ja, en nou fluit-ie wél,’ zegt iemand, een rij voor hem.
‘Wat is dit voor spel?’ roept Ghevart terwijl hij om zich heen kijkt. ‘Waar ben ik?’
Niemand geeft antwoord. Zien ze hem niet?
Aan weerszijden van het veld staan open hokken, gebouwd van witte palen en een visnet.
‘Utrecht!’ Een massaal geschreeuw laait om hem heen op. ‘Uúúúterecht!’
Ghevart veert op. Utrecht is zíjn stad, en voor hij het weet, schreeuwt hij mee, al weet hij niet waarom.
Ben je benieuwd naar het hele verhaal? Bestel dan het boek "De Spoken van het Stadhuis, en andere Utrechtse verhalen" in de webwinkel van de vereniging Oud-Utrecht.