Het Rietveld Schröderhuis staat al bijna honderd jaar in Utrecht, maar het lijkt alsof het gisteren is gebouwd, zo modern ziet het eruit. Het is ontworpen door de Utrechtse meubelmaker Gerrit Rietveld, beroemd om zijn roodblauwe stoel. Hij ontwierp het huis in op- dracht van – en in nauwe samenwerking met – Truus Schröder. Zij was een vrouw met heel vooruitstrevende ideeën over leven en wonen.
Nadat de man van Truus was overleden, zocht ze met haar drie kinderen een nieuwe plek om te wonen. Samen met Gerrit vond ze een mooie plek aan de Prins Hendriklaan, aan de rand van de stad, met toen nog uitzicht over de polders. Ze ontwierpen een huis met veel ramen dat was opgebouwd uit witte en grijze vlakken, met strakke horizontale en verticale lijnen in zwart en de primaire kleuren geel, rood en blauw. Het zijn de vormen en kleuren van kunstenaarsbeweging De Stijl, waar Rietveld zich bij had aangesloten en die je misschien kent van de schilderijen van Piet Mondriaan.

Het meest bijzondere aan het Rietveld Schröderhuis is het ontbreken van tussenmuren op de bovenverdieping. In plaats daarvan zijn er schuifwanden waarmee je de open ruimte in één handomdraai kunt opdelen in meerdere kleinere ruimtes, zoals slaapkamers voor de kinderen. Volgens de bouwvoorschriften moest een huis alleen wel kamers met vaste muren hebben. Om toch een bouwvergunning te krijgen, noemden Truus en Gerrit de bovenverdieping op de bouwtekening daarom de zolder. Slim!

Truus heeft tot haar dood in 1985 in het huis gewoond. Maar liefst zestig jaar! Voor haar drie kinderen was dat in het begin wel wennen: alles was nieuw en anders dan in een ‘normaal’ huis, en niet iedereen vond het mooi. Tegenwoordig is het huis een museum en trekt het bezoekers van over de hele wereld. Sinds 2000 staat het zelfs op de Unesco Werelderfgoedlijst.

Tekst: Mathijs Meinderts