Korte Nieuwstraat
De Dom gezien vanuit de Korte Nieuwstraat
Korte Nieuwstraat
De Dom gezien vanuit de Korte Nieuwstraat
Dit is een van de weinige afbeeldingen waarop de Domkerk compleet is afgebeeld vóór de tornado van 1674 waarbij het schip van de kerk zou instorten. De schilder, Folpert van Ouwen Allen, legde dit beeld in 1655 vast vanuit de bovenverdieping van de Pauluspoort, de toegangspoort van de Paulusabdij waartegen de Nieuwstraat, de huidige Lange Nieuwstraat, vroeger dood liep.
Na het verbod op de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst in 1580 veranderde de situatie. De abdij had geen zeggenschap meer over haar grondgebied en zo werd besloten om de Nieuwstraat tot aan het Munsterkerkhof – vanaf 1826 Domplein geheten – te verlengen. Tot uitvoering van dit plan kwam het echter pas in 1618. De bakstenen huizen hebben trapgevels en zijn versierd met zandstenen blokken, vooral bij de ontlastingsbogen boven de vensters. De vensters hebben kruiskozijnen en zijn voorzien van luiken die, zoals toen gebruikelijk, veelal groen van buiten en rood van binnen zijn geschilderd. Voor een aantal huizen bevinden zich hokken of bergruimtes. Van de huizen aan de westzijde resteert tegenwoordig niets meer; deze werden in de jaren zestig van de twintigste eeuw afgebroken ten behoeve van een geplande verbreding van de Korte Nieuwstraat.
Overigens waren vele gevels al gewijzigd in de achttiende en negentiende eeuw. De rechtergevelwand van de Korte Nieuwstraat is ook geheel gewijzigd tot ons gekomen. Van de zeventiende-eeuwse bebouwing die op het schilderij wordt afgebeeld is weinig meer over. Van de Domkerk zijn de zuidzijde met de toren, het schip met zeven traveeën en het transept weergegeven. Op de kruising van het schip en het transept is het restant van de dakruiter te zien die in 1630 bij een zware storm ernstig was beschadigd. De Domtoren is nog in de oorspronkelijke kleuren geschilderd, met een lichte natuursteenkleur en steenrood in de nissen. De zwarte wijzerplaat met één wijzer is begin zeventiende eeuw aangebracht tegen de middelste spitsboog van het tweede vierkant.