Faculteit Diergeneeskunde
Mensen denken bij proefdieren vaak aan versufte konijnen en muizen met wonden in veel te krappe kooien

Faculteit Diergeneeskunde
Mensen denken bij proefdieren vaak aan versufte konijnen en muizen met wonden in veel te krappe kooien
Maar zo zitten de dieren er bij Diergeneeskunde niet bij. Sommige studenten of medewerkers gaan dagelijks met ze om en leggen ze in de watten. De honden worden bijvoorbeeld door hen uitgelaten.
In 1874 werd de titel veearts wettelijk beschermd. Pas rond 1910 had de veearts – die zich vanaf dat moment ‘dierenarts’ ging noemen – een stevigere positie in de Nederlandse samenleving veroverd. Dit was vooral te danken aan de wetenschappelijke ontwikkeling van de diergeneeskunde, waardoor effectieve therapieën, vaccins en nieuwe diergeneesmiddelen beschikbaar kwamen.
Het vak werd toen verder uitgebreid met de zorg voor kleine huisdieren en de kwaliteitscontrole van vlees, melk en eieren. De kwaliteit van veterinair onderwijs en onderzoek kwam op een hoger peil te staan; de naam van de opleiding veranderde in 1918 in Veeartsenijkundige Hoogeschool. In 1925 werd de opleiding als Veeartsenijkundige Faculteit een onderdeel van de Rijksuniversiteit Utrecht.