Klara (Claartje) van Aals
Begijnekade 10
Klara (Claartje) van Aals
Begijnekade 10, Utrecht
Klara van Aals werd op 14 september 2022 geboren in Utrecht, dochter van Izaak van Aals en Naatje de Leeuw. Ze noemde zichzelf Claartje en ondertekende haar brieven met die naam. Ze had ook een stiefzus, Marianne. Er zijn veel van Claartjes brieven bewaard gebleven. Op 23 december 1940 treedt ze in dienst bij de Joodse psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bosch. Als ze tijdens de oorlog de kans krijgt om onder te duiken, neemt ze die niet.
Claartje ging naar de lagere school aan de Hamburgerstraat. Daarnaast zit ze bij UZC, de Utrechtse Zwemclub. Als Claartje elf is, overlijdt haar moeder. Daar sprak ze zelden over. Claartje wilde al op haar zestiende de verpleging in, maar was nog te jong. Ze ging werken bij de Nederlandse Spoorwegen, waar ze Aagje Kaagman ontmoette. Ze werden beste vriendinnen en Claartje zou haar veel schrijven. Op 23 december 1940, als Claartje 18 is, gaat ze werken bij de psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bosch. Ze verhuist naar Apeldoorn. Ze schreef trouw naar Aagje en had een vriend, Arno.
Toen Claartje hoorde dat de instelling ontruimd zo worden, maakte ze een keuze. Ze had al een rugzak gekocht voor het geval ze naar Polen moest. Izaak had een onderduikadres geregeld voor zijn dochter, maar wilde niet dat Arno meeging. Claartje besloot daarop niet onder te duiken. Ze schrijft Aagje een afscheidsbrief:
"Apeldoorn, 21 januari 1943. Lieve Aag, Meiske schrik niet, maar vandaag gaan we foetsie. Waarheen weten we nog niet en wat er met de mensen gebeurt weten we ook niet. Het is een en al chaos. Ik zit op de gang te schrijven en ben idioot kalm. Ik had juist deze week een babystelletje gekocht voor je en hoop dat ik nog de gelegenheid heb het weg te sturen, maar ik zal zo veel mogelijk mijn best doen. Aag, denk je eens even in: vijftienhonderd mensen – patiënten en personeel – worden zo maar weggehaald en je weet niet wat er met je gaat gebeuren. Haast de helft van het personeel is ondergedoken. We zitten nu op heel G met vijf zusters. Vannacht heb ik twee uur geslapen. Van drie tot vijf uur. Er slapen allemaal mannen boven en het is overal een zwijnekeet, dat snap je. Agie, alles moet ik achterlaten, alleen het hoogstnoodzakelijke kan ik meenemen. Wat zal er van ons worden? Het is net of ik dronken ben. Als ik wil kan ik duiken, maar ik voel me verplicht om met de mensen mee te gaan, want daar gaat je hart toch ook wel naar uit. En als ik Arno niet meer heb dan kan de rest me toch niets schelen. Agie, ik schei er mee uit. Claartje."
Alle patiënten zijn vermoord in Auschwitz. Claartje is met de rest van het personeel via Westerbork gedeporteerd. Daar kan ze nog één keer een brief aan Aagje schrijven. Op 5 februari 1943 wordt Claartje van Aals in Auschwitz vermoord. Ze is 20 jaar geworden.
Bron: Joods Monument