Feyenoord heeft de Kuip, Ajax de Johan Cruijff Arena en Utrecht de Galgenwaard. De naam verwijst naar het woord ‘galghenwert’, de plek waar in de middeleeuwen de lichamen van ter dood gebrachte misdadigers werden tentoongesteld. Bij het zien van de bungelende lijken, of lichaamsdelen ervan, zouden mensen het wel uit hun hoofd laten om een misdrijf te begaan, zo was de gedachte. Gelukkig kwam aan deze barbaarse traditie een eind en werd de grond later gebruikt voor de teelt van land- en tuinbouwproducten.
In de jaren dertig van de vorige eeuw verrees op deze plek de voorloper van de huidige Galgenwaard. Aanvankelijk was niet iedereen daar blij mee: het stadion lag precies binnen de fortengordel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Bovendien was het crisis en was er dus weinig geld. Uiteindelijk werden er werklozen ingezet bij de bouw, en zo is het stadion er toch geko- men. De voetbalclubs USV Hercules en DOS (Door Oefening Sterk) waren de eerste gebruikers, en er werden ook wielerwedstrijden gehouden.
In 1970 ging dos samen met de clubs Velox en Elinkwijk verder onder de naam fc Utrecht. Het stadion voldeed niet meer. Vanwege de wielerbaan was de afstand tussen het publiek en het veld te groot en verder waren er te weinig zitplaatsen. Er werd besloten een nieuw stadion te bouwen.
In 1981, na een wedstrijd tegen PSV, begon de fanatieke aanhang van FC Utrecht eigenhandig met de sloop van het oude stadion. Een jaar later werd de nieuwe Galgenwaard geopend: een modern gebouw met onder de tribunes ruimte voor bedrijven. In die tijd was dat niet gebruikelijk.
Twintig jaar later, tussen 2001 en 2003, is het stadion gerenoveerd. Het biedt nu plaats aan 24.000 toeschouwers. Als de wind goed staat, en Utrecht heeft gescoord, kun je in de binnenstad het publiek horen juichen.

Tekst: Mathijs Meinderts