Waarom kom je de naam Catharijne zo vaak tegen in Utrecht? Het Catharijneconvent was een voormalig klooster. Het klooster was waarschijnlijk al in de 12de eeuw gewijd aan Catharina van Alexandrië. ’De heilige Catharina, de grote martelares‘ was een van de populairste heiligen van de middeleeuwen. In de verbeelding leefde ze honderden jaren lang als beschermheilige van degelijkheid en beschermer tegen de pest.

Vanaf 1529 werd het convent eigendom van de johannieters. De johannieters waren een internationale ridderorde en ze hoorde bij de Rooms-Katholieke Kerk. De orde hield zich vooral bezig met ziekenzorg en bouwde het convent om tot een ziekenhuis. Met 24 bedden was het ziekenhuis destijds het grootste van de stad.

Vanaf 1636 gebruikten de protestanten de kerk. Rond dezelfde tijd ontstond de universiteit van Utrecht en vormden de protestanten het ziekenhuis langzamerhand om tot een stads- en academisch ziekenhuis. In zekere zin was het convent de voorloper van het huidige Universitair Medisch Centrum Utrecht.

Omdat de kerk van het kloostercomplex in verval raakte, schonk koning Willem II het ziekenhuis een kleine tweehonderd jaar later terug aan de katholieke gemeenschap. Toen Utrecht in 1853 weer officieel werd hersteld als aartsbisdom, was de Catharinakerk de enige Utrechtse middeleeuwse kerk in bezit van de katholieken.